
Sabel
De militaire sabel is een éénhandig, licht gebogen slagwapen dat zijn oorsprong vindt in het cavaleriewapen van Centraal-Europese steppevolken, maar in de loop van de 18e en vooral 19e eeuw uitgroeide tot hét symbool van de Europese militaire elite. Tijdens de Napoleontische Oorlogen (1803–1815) kende de sabel een ongekend hoogtepunt in gebruik. Zowel lichte als zware cavalerie-eenheden waren ermee uitgerust, waaronder de Franse hussars en cuirassiers, maar ook infanterieofficieren droegen vaak een sabel als statussymbool én effectief wapen. De sabel werd niet alleen gebruikt vanaf het paard, maar ook in gevechten te voet, waarbij snelle, snijdende technieken en directe slagen essentieel waren in het chaotische slagveld van de 19e eeuw.
​
Na de Napoleontische periode bleef de sabel in gebruik binnen het leger, al verschoof de nadruk geleidelijk van praktisch gevechtswapen naar ceremoniële en officierswapen. In de tweede helft van de 19e eeuw ontwikkelde zich daarnaast een sportieve variant van het sabelschermen, wat leidde tot de codificatie van technieken en het ontstaan van duelvormen. Desondanks bleef de militaire sabel nog tot in de Eerste Wereldoorlog in gebruik binnen cavalerieformaties, hoewel de effectiviteit ervan inmiddels sterk afnam door de komst van vuurwapens. De sabel draagt zo een rijke geschiedenis als brug tussen traditie, militaire praktijk en de evolutie naar moderne schermkunst.
​
Binnen onze vereniging volgen wij de naslagwerken van Charles Roworth, Alexandre Valville, en F.C. Christmann, die allen rond de tijd van de Napoleontische Oorlogen leefden. Hun bronnen vormen de basis voor ons curriculum in sabelvechten.

